Het numero 1 exportproduct van de villa’s van Ganshoren. Zoek het op. Villa’s van vierentwintig verdiepingen. Waar de schaduw harder schijnt dan de zon ooit heeft gedaan en het leven zich afspeelt op straat of op braakland. Net zoals het dat later ook doet voor iedereen die er niet aan wist te ontsnappen en Le Corbusier van la cocaïne wilde worden. Slimme jongens die zich dom rookten, die hun nek bedekten en Kleine Guy die nooit groeide maar wel groot werd. Kleine Guy die enkel jonko wou blazen, om dan te bazelen in de Basilix en te ontsnappen aan de badde trip. Nu vliegt Guy voor een citytrip naar Bazel om daar gebazel door de speakers te blazen.
’s Anderendaags smeert hij de Burberry op een boterham als een Hugo Boss. Oewoui bjei bjei. Maar maakt het guylukkig?
Andere context, alles dezelfde.
In “wie is Guy?” blikt ZG terug op gisteren toen hij nog droomde van morgen. Zoals nooit tevoren voert de Dokter een autopsie uit op zich zelf en rapt de grote mond voluit waar het hart al veel te lang van vol is. Ook met de kop in de krant blijft Guy R.A.F. van Simonis tot Dieweg, en van Berchem tot Veroost.
Vandaag is morgen: Bienvenue a BX